Een wijntje met of zonder hoofdpijn ?

In veel levensmiddelen zit van nature uit een kleine hoeveelheid sulfiet. Ook tijdens het gistingsproces van wijn ontstaat er steeds een beetje sulfiet. Wijn die totaal sulfiet-vrij is bestaat dus niet. Als men spreekt over wijn zonder sulfiet, bedoelt men altijd wijn zonder toegevoegd sulfiet.

Bij de meeste wijnen wordt deze stof ook toegevoegd. Om verschillende redenen.

Sulfiet doodt de natuurlijke gisten en bacteriën. Het verlengt daarbij de houdbaarheid en maakt de wijn minder gevoelig voor temperatuurschommelingen . Het laat de wijnmaker toe om de wijn meer naar zijn hand te zetten, omdat de natuurlijke gisten vervangen worden door industrieel vervaardigde gisten, waarvan de kenmerken op voorhand zijn gekend. Industrieel sulfiet is een afgeleid product van aardolie.

Hoewel niet gevaarlijk, is het niet echt gezond. Daarom heeft Europa bepaald hoeveel sulfiet wijn maximaal mag bevatten: 150 mg/liter voor rode en 200 mg/liter voor witte wijn.

Alcohol of 'ethanol' wordt in ons lichaam afgebroken door de lever. De enzymen in dit orgaan veranderen de alcohol in acetaldehyde en daarna in acetaat, wat makkelijk door het lichaam wordt opgenomen. Probleem is dat de hoeveelheid enzymen die de alcohol kan afbreken uitgeput raakt naarmate we meer wijn drinken. En het is sulfiet dat er voor zorgt dat deze nuttige enzymen uitgeput raken. Omdat sulfiet veel minder voorkomt in natuurlijke wijn, zal ons lichaam de alcohol hiervan dus beter afbreken. Hierdoor voelen we ons de dag nadien beter.